|
U bent in de
wondere wereld van de Siberische Kat en
de point variant
de Neva Masquerade |
|||||||||||||||
Wit en witte vlekken
Naast het gen c, dat zich op de albino locus bevindt, zijn er nog twee andere genen
die die voor witte kleuring zorgen. Deze gene beide op een aparte locus, zijn W
voor volledig wit en S voor witte vlekken. Het gen W ('white'), voor volledig wit, heeft als recessieve allele het
gen w, voor elke andere kleur behalve wit. De werking van deze twee loci
is vrij nauw aan elkaar verwant; beide zijn ze namelijk verantwoordelijk voor de
verdeling van de melanoblasten (= pigmentcellen / melanocyten in ontwikkeling)in
de embryo. Wanneer de kat op deze loci homozygoot is voor de 'normale',
recessieve allelen namelijk ss en ww, verloopt deze verdeling normaal. Alle
groeiende melanocyten (melanoblasten genoemd) worden vanuit het zenuwstelsel -de
neuraalbuis- van de embryo op normale wijze via het ruggenmerg naar de huid en
haarzakjes getransporteerd. Echter, zowel het gen S als het gen W verstoren deze
migratie, en wanneer één van deze twee allelen aanwezig is, is dat duidelijk
terug te zien in het fenotype van de kat. Bij de aanwezigheid van de dominante allele W wordt het hele celtransport zo in de war gebracht dat geen één enkele
groeiende melanocyt zijn oorspronkelijke arbeidsplaats bereikt, en ergens blijft
steken. Het gevolg hiervan is dat zowel in de haarzakjes als in de huid -en ook
in bepaalde zintuigen- de melanocyten totaal afwezig zijn, en dus
ongepigmenteerd wit/roze zijn. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het W-gen
epistatisch werkt over alle andere kleuren. Alle andere kleurgenen die de kat
heeft kunnen hun werk niet meer doen aangezien ze geen 'arbeidsplaats' meer
hebben. Het W-gen werkt dus als een soort wit hoeslakentje
over alle andere.
kleuren heen, aangezien de kat ze nog wel
doorgeeft aan het nageslacht. Deze 'soort' wit -
Dankzij de afwezigheid van melaninen
-pigmentkorrels- in de haren, zijn deze zwakker dan gewoon gekleurde haren.
Witte katten - zowel albino als dominant wit- zijn over het algemeen gevoeliger
voor zonlicht, en zullen meer behoefte hebben aan schaduw dan normaal. Dankzij
deze zwakte, zowel van huid als haar, komt huidkanker bij witte katten vaker
voor. Zoals algemeen bekend gaat dominant wit geregeld gepaard met doofheid. Dit
lijkt overigens meer voor te komen bij de -meestal blauwogige- homozygote witte
katten (WW). Het dominant witte gen verstoord namelijk niet alleen het transport
van de melanoblasten, maar soms ook van enkele
neuroblasten (dit zijn zenuwcellen in
ontwikkeling). Dominant witte katten kunnen dus soms een enigszins verminderd
aantal zenuwcellen in de huid hebben. En mede dankzij de zwakte van de huid en
haren kan het voorkomen dat de trilhaartjes in het oor te zwak zijn om
trillingen door te geven. De hersenen van een (gedeeltelijk) dove witte kat
ontvangen dus geen signalen meer van de trilhaartjes, wat soms versterkt kan
worden door het verminderd aantal zenuwcellen in de huid. Beide genen, zowel c
als W (beide op een andere locus) zorgen dus voor een ongepigmenteerde, witte
kat. In
het begin van de tekst heb ik nog een gen genoemd dat verantwoordelijk is voor
witte kleuring. Dit is het ‘spotted piebald-gen’ S, voor witte vlekken, met als
allele s voor niet witte vlekken. Deze locus grijpt op de zelfde plaats in als
de w-locus, namelijk in de celmigratie. Anders dan bij het gen W, belemmerd het
gen S de migratie maar op bepaalde plaatsen; waar dan een witte vlek ontstaat.
Bij de aanwezigheid van S gaan enkele melanoblasten tijdens de migratie via het
ruggenmerg in de embryo treuzelen. Dus bepaalde melanoblasten lopen niet meer zo
hard als de rest, en bereiken hun uiteindelijke arbeidsplaats niet; ze blijven
steken. En omdat deze cellen hun weg niet meer uitlopen is het resultaat een
ongepigmenteerde witte vlek. De plaats waar het spotted piebald-gen de migratie
vertraagd is uiterst variabel, en wordt groot en deels door polygenen bepaald.
Deze polygenen zijn dus verantwoordelijk voor de vorm en deels voor de gradatie
van de witte aftekeningen. Opvallend aan witgevlekte katten is dat de kleuring
het langst op de nek, rug en staart bewaard blijft. Dit is te verklaren aan de
hand van de celmigratie via het ruggenmerg. De cellen op de nek en rug hoeven
minder ver te 'lopen' dan b.v. pigmentcellen op de poten. Zo zal het sneller
gebeuren dat de migratie geremd wordt bij cellen die een langere weg moeten
'lopen'. Het komt echter regelmatig voor dat gevlekte katten ook witte vlekken
op hun rug hebben. Bij deze katten zijn de melanoblasten heel erg aan het
treuzelen geweest.
Gevlekte katten kunnen gedeeld worden in bicolours, harlekijns, en Vans.
Bicolours zijn tot de helft wit, harlekijns ongeveer twee derde, en Vans hebben
alleen nog kleur op de kop en staart. Het gen S is dominant, dat wil dus zeggen
dat wanneer er een gevlekt kitten wordt geboren, minstens één van de ouders ook
witte aftekeningen moet hebben. Zoals ik net al zei, hebben polygenen veel
invloed op de manier zoals dit gen zich manifesteert. Maar niet alleen polygenen
zijn verantwoordelijk voor de hoeveelheid wit. Het gen s is namelijk niet
helemaal recessief ten op zichten van de allele S. Zo zal een homozygote kat
voor S (SS) normaal gesproken meer wit vertonen dan een heterozygote kat (Ss). Omdat polygenen zo veel invloed hebben kan de gradatie voor een heterozygoot
verschillen van enkele hoeveelheden wit tot (meer dan) de helft wit. Hetzelfde
geld voor de homozygote katten voor S; zij kunnen gewoonlijk variëren van
(minder dan) de helft wit tot in enkele gevallen zelfs helemaal wit. Deze
polygenen hebben uiteraard geen invloed op katten waarbij de recessieve allelen
dubbel aanwezig zijn; en dus geen witte vlekken vertonen. In
het volgende schema zie je de werking van polygenen op het gen S. De minnetjes
staan voor meer wit, en de plusjes voor minder wit. Aangezien polygenen vaak zo
variabel op treden hoeft dit schema niet altijd te kloppen, en is het mogelijk
dat een harlekijn heterozygoot (Ss) is en een bicolour homozygoot (SS).
Genotype
polygenen
variëteit
Genotype
polygenen
variëteit
ss
Ss
Ss
Ss
Ss
..........
++++ -
+++ - -
++ - - -
+- - - -
geen wit
bicolour, weinig wit
bicolour
bicolour
bicolour, veel wit
SS
SS
SS
SS
SS
++++ -
+++ - -
++ - - -
+ - - - -
- - - - -
bicolour, heel veel wit
Harlekijn, weinig wit
harlekijn
Harlekijn veel wit en Van
Van, of zelfs volledig wit Het
spotted piebald gen werkt in combinatie met alle andere kleuren en patronen.
Wanneer een tortie poes (XOXo) S draagt, ontstaat een lapjeskat, oftewel een
tricolour. S zorgt ervoor dat de willekeurige rode kleuring van een tortie-poes
zich meer gaat concentreren in rode vlekken, waardoor de bekende ‘lapjes’
ontstaan. Aangezien de witte vlekken als het ware over het normale patroon heen
zijn geprojecteerd kan het voorkomen dat een zwart / witte of rood/witte poes
genetisch een tortie is, maar dat de rode/zwarte aftekeningen zich 'onder' de
witte vlekken bevinden. Dit verschijnsel is vrij zeldzaam, maar kan voorkomen
bij poezen met heel veel wit (harlekijn/Van). Als
we te maken hebben met een witte kat, kunnen drie verschillende genen, allen op
een andere locus de oorzaak zijn. Het gen c en ca, voor albino, het
gen W voor dominant wit of het gen S (homozygoot) met veel polygenen. Om te
weten om welke soort wit het gaat, zullen we o.a. naar de ouders moeten kijken.
Wanneer beide ouders gevlekt zijn, bestaat de kans dat de kat homozygoot
is voor SS, en wit is door poligenetische werking. Hier kom je achter door deze
witte kat te kruisen met een kat in een andere kleur, zonder witte vlekken (ss).
Zitten hier gevlekte kittens (Ss) bij dan is de kat een homozygoot voor S.
Wanneer we een witte kat, waarvan beide ouders ook wit zijn, met een niet
witte kat kruisen, en hier worden géén witte of gevlekte kittens
geboren, dan zal het waarschijnlijk gaan om een albino. (cc x CC geeft Cc, =geen
albino). Echter wanneer we een witte kat met een niet – witte kat kruisen, en de
helft van de kittens, of zelfs alle kittens zijn wit, dan zal de kat
waarschijnlijk een dominant witte kat zijn, en is het gen W aanwezig. Dominant
wit is bij kittens vaak te herkennen aan de zogenaamde 'kopvlek'. Dit vlekje
toont de kleur die de kat onder zijn witte 'hoeslakentje' verbergt, en verdwijnt
eigenlijk altijd naarmate het kitten ouder wordt.
Theorie en genetica door Mirjam van
Dalum
Copyright 2012 © Siberische Kat Info. All Rights Reserved. Disclaimer
|
||||||||||||||||