|
|
|||
Rood en Tortie
De locus van de allelen O
en o bevindt zich op het X-chromosoom, wat dus wil zeggen dat de kleur rood
geslachtsgebonden is. We weten dat een poes in het bezit is van twee
X-chromosomen, en een kater slechts van één X-chromosoom. Hij heeft namelijk op
de plaats waar een poes een tweede X-chromosoom heeft, een Y-chromosoom, wat hem
tot kater maakt. Hieruit blijkt dat een poes twee allelen heeft op deze plaats,
en een kater maar één. Het desbetreffende gen moet bij een kater dus altijd in
het fenotype terug te vinden zijn. Zo heeft een zwarte (of chocolate/cinnamon)
kater altijd XoY, en een rode kater altijd XOY, hier is geen twijfel over
aangezien er geen sprake kan zijn van dragerschap. Een poes heeft twee
X-chromosomen, dus moeten er ook twee allelen aanwezig zijn. Een zwarte
(chocolate/cinnamon) -dus met eumelanine gekleurde- poes moet dus twee keer het
recessieve o gen hebben, wat blijkt uit het genotype XoXo. Een rode poes
-volledig gekleurd met phaeomelaninen- moet echter op elk X-chromosoom een O-gen
hebben, en heeft dus genotype XOXO. Het Orange gen wordt wel met een hoofdletter
geschreven, maar in feite is er geen sprake van een echt dominant gen.
Er wordt namelijk
verondersteld dat er slechts één X-chromosoom van een poes actief is, en de
andere is uitgeschakeld. Dit gebeurd om het genetische evenwicht te herstellen,
aangezien een kater maar één X-chromosoom heeft. Het proces van uitschakeling en
activiteit verschilt steeds per pigmentcel (melanocyt). Zo is in de ene cel het
XO- chromosoom actief, en het Xo-chromosoom uitgeschakeld, en in de andere cel
omgekeerd. Een cel waarin het O- gen actief is kan alleen phaeomelaninen
produceren, en een cel waarin Xo actief is eumelaninen. Omdat dit fenomeen
steeds berust op toeval, is het tortie patroon uiterst variabel en volkomen
willekeurig. Polygenen hebben hier nauwelijks invloed op, waardoor selectie op
het juiste tortie patroon eigenlijk zinloos werk is. De uitschakeling van één
van de twee X-chromosomen begint al in embryonale fase. Een paar dagen na de
bevruchting is het kitten nog niet meer dan een hoopje cellen. Wanneer het
aantal cellen nog zeer gering is treedt dit proces in werking, en wordt er
steeds één X-chromosoom geactiveerd en één uitgeschakeld. Dit blijft door gaan
naarmate het kitten groeit, en het aantal cellen toeneemt. De chromosomen (o.a.
in de melanocyten) blijven altijd zo staan, dus het tortie patroon kan dus niet
meer veranderen. Deze activiteit van de X-chromosomen kan bij een kater
gewoonlijk niet worden waargenomen, aangezien zij maar één -altijd actief-
X-chromosoom hebben. Maar er zijn uitzonderingen; er kan namelijk tijdens de
celdeling van de geslachtscellen wel eens wat fout gaan, waardoor de eicel van
de poes twee X-chromosomen bevatten. Wordt deze eicel bevrucht door een zaadcel
met een Y-chromosoom, dan ontstaat een kater de genetische formule XXY. Omdat
hier weer twee X-chromosomen in het spel zijn, wordt er weer eentje
uitgeschakeld, waardoor (als het toevallig een XOXoY kater is) een tortie kater
kan ontstaan. Deze XXY-katers zijn meestal steriel.
Omdat rood en tortie
geslachtsgebonden is verloopt de 'uitkomst' van de geboren kittens net ietsje
anders dan normaal. De combinatie rode kater ( BB XOY) met een zwarte poes (BB
XoXo) resulteert in zwarte katertjes en tortie poesjes. Daarentegen een zwarte
kater (BB XoY) met een rode poes (BB XOXO) resulteert in rode katertjes en
eveneens tortie poesjes omdat de poes per definitie XO door geeft. De katertjes
krijgen altijd het X-chromosoom van de moeder en de Y van de vader. Vandaar dat
een rode poes altijd rode katertjes voort brengt. Rode poezen komen veel minder
frequent voor dan rode katers, omdat het gen O bij rode poezen van beide ouders
moet komen, terwijl dit bij een kater niet het geval is. Om rode vrouwelijke
kittens te krijgen, moet men een rode kater (XOY) met een rode (XOXO) of tortie
(XOXo) poes kruisen. Effen rood is moeilijk te fokken omdat het non-agouti gen
weinig invloed heeft op het gen O. Vandaar dat een een effen (dus aa) tortie met
grote rode aftekeningen (dit gaat meestal gepaard met witte vlekken) vaak op het
zwarte/chocolate/cinnamon (eumelaninen) gedeelte geen tabby tekening vertoond,
en op de rode gedeelten wel. Echter bij een tortie tabby (A- XOXo) zijn er op
beide gedeelten -zowel het eumelanine als het phaeomelanine gedeelte- tabby
aftekeningen (dus agouti ticking) te zien. De tint van de rode kleuring wordt
poligenetisch bepaald door onder andere de bekende 'rufus polygenen'.
Nog
even een overzicht van de genotypen:
Bekijk de mogelijkheden in kruisingsschema's
Theorie en genetica door Mirjam van
Dalum
Copyright 2012 © Siberische Kat Info. All Rights Reserved. Disclaimer
|
||||